- Online handleiding
- SOLARWATT Panels
- Montage van zonnepaneel
Algemene specificaties voor installatie van zonnepanelen
- De zonnepanelen mogen worden geïnstalleerd tot een hoogte van 2000 meter boven zeeniveau.
- De installatie van de zonnepanelen op mobiele eenheden zoals voertuigen of schepen is niet toegestaan.
- De zonnepanelen mogen niet worden geïnstalleerd op plaatsen waar agressieve omgevingsfactoren heersen, tenzij hiervoor speciale toestemming is verleend.
- Solarwatt zonnepanelen kunnen op een afstand van ≥ 50 m van de zee worden geïnstalleerd. Solarwatt zonnepanelen zijn bestand tegen zoutnevel volgens IEC 61701, maar er kan zoutnevelcorrosie optreden op plaatsen waar het moduleframe met de montagebeugel is verbonden of waar de aarding is aangesloten. Bij installatie in de buurt van de zee moeten de relevante onderdelen en componenten worden beschermd door corrosiebeschermende maatregelen.
Neem contact op met Solarwatt voor individuele goedkeuring voor afwijkende projecten.
- Laat de bouwkundige geschiktheid van het gebouw voor de installatie van de zonnepanelen controleren door gekwalificeerd personeel.
- De zonnepanelen moeten worden gemonteerd op geschikte onderconstructies die bestand zijn tegen de mechanische belasting door wind, sneeuw en het gewicht van de zonnepanelen. De instructies van de fabrikant van het montagesysteem zijn ook van toepassing.
- Er mogen geen mechanische spanningen van de eigenlijke structuur (bijv. dakspanten) worden overgedragen op het zonnepaneel.
- De zonnepanelen kunnen zowel verticaal (staand) als horizontaal (liggend) worden geïnstalleerd.
- We raden aan om alle zonnepanelen in een string onder dezelfde installatiehoek te monteren.
- De maximale installatiehoek moet voldoen aan de nationale normen en veiligheidseisen.
- Het gebruik van zonnepanelen (met uitzondering van de productlijn Panel vision construct) als bovenbeglazing volgens de technische regels voor het gebruik van lineaire beglazing (volgens nationaal geldende normen voor glas in de bouw) is niet toegestaan.
- Zorg voor voldoende ventilatie aan de achterzijde. Een ruimte van minstens 10 cm tussen de onderkant van het moduleframe en het dak- of muuroppervlak wordt aanbevolen, zodat de koellucht rond de achterkant van de module kan circuleren. Zo kan ook condens of vocht worden afgevoerd. Zorg er ook voor dat er geen brandbare gassen kunnen ontsnappen of zich kunnen verzamelen in de omgeving.
- Er mag niet op de zonnepanelen gelopen worden. Er mogen geen voorwerpen op vallen of op het zonnepaneel worden geplaatst.
- Houd of vervoer zonnepanelen niet aan de aansluitdoos of aansluitkabels.
- Installeer geen beschadigde zonnepanelen.
- Draag tijdens de installatie schone, vetvrije en zo mogelijk siliconenvrije handschoenen.
- Zorg ervoor dat de afvoeropeningen van de moduleframes tijdens de installatie niet worden afgedekt.
- Plaats geen stekkerverbindingen in het frame.
- Zonnepanelen of delen van zonnepanelen mogen niet permanent in de schaduw liggen. Vermijd ook beschaduwing door de paneelklemmen of het montagesysteem.
- Houd er rekening mee dat sterke vervuiling of afval (bijv. hoge planten, mos, vogelpoep, enz.) ook kan leiden tot beschaduwing van de modules. Zie de opmerkingen over het reinigen van de modules onder Onderhoud en service.
- Houd een minimale afstand van 5 mm tussen de zonnepanelen aan, zodat het materiaal spanningsvrij kan uitzetten.
- Zorg ervoor dat er zich geen onderdelen zoals kabelbinders, bevestigingselementen, enz. tussen de montageprofielen en de achterkant van het zonnepaneel bevinden.
- Het gebruik van smeermiddelen is verboden.
- De niet-aangesloten aansluitingen moeten tijdens het transport, de opslag en de installatie beschermd worden tegen elke vorm van vervuiling (stof, vocht, zoutaërosolen enz.). Alleen ingeplugde aansluitingen voldoen aan hun respectieve beschermingsklasse.
- Voor de documentatie van het systeem raden we aan om de posities van de serienummers te noteren tijdens de installatie van de zonnepanelen.
- Een eindinspectie van het hele systeem moet worden uitgevoerd en gedocumenteerd in overeenstemming met EN 62446.