Apparaten

Al je geïntegreerde apparaten worden weergegeven in het menu Apparaten. Je apparaten zijn ingedeeld volgens apparaattype en je kunt de status van je apparaten in één oogopslag herkennen. De status geeft aan of het apparaat communiceert met de Manager (OK), of de communicatie is onderbroken (Verbindingsfout) of dat er een foutmelding is verzonden door het apparaat (Fout). Als er meerdere foutmeldingen voor een apparaat zijn, worden deze in een apart venster weergegeven.

In het menu Apparaten kun je:

• de apparaatspecifieke eigenschappen bekijken, bijvoorbeeld het model of het serienummer.
• de naam van je apparaten aanpassen door op het betreffende apparaat te klikken en de naam te wijzigen in het veld Naam.

• Voor het stekker apparaattype kun je ook het selectievakje inschakelen om aan te geven of het schakelbaar moet zijn. Met deze instelling kun je de geselecteerde apparaten opnemen in de energieoptimalisatie.

• Klik op Toepassen om de configuratie af te ronden.